Een boek schrijven? Leuk hoor, maar nog niet

Hoi Ina,

Soms wordt mij gevraagd: waarom schrijf je geen boek? Dan antwoord ik dat ik daar nog niet aan toe ben. De waarheid is dat ik te onrustig ben om mij elke dag in een studeerkamer op te sluiten om aan een boek te werken. Ik wil afwisseling in mijn werk, de hort op.

De afgelopen drie jaar heb ik een verhaal voor drie verhalenbundels geschreven. Voor de bundel 25 Obsessies verdiepte ik mij in het levensverhaal van mijn moeder, voor 23 x Zwart Licht maakte ik kennis met het schrijven van een spannend verhaal en voor 19 x Soms Niet ervaarde ik hoe leuk het is om samen met mijn zus Femke aan een verhaal te werken. Tijdens elk verhaal ontdekte ik nieuwe aspecten van het schrijverschap. Een leerzaam proces, waarin ik mij als schrijver op een andere manier leerde kennen.

Ik leerde vooral dat ik het lastig vind om fictie te schrijven. Als journalist haal ik mijn informatie uit interviews, bijeenkomsten, gesprekken, vergaderingen, websites, (nieuws)brieven, persberichten en noem maar op. Ik noteer of bestudeer wat een ander zegt of schrijft en maak aan de hand van die informatie artikelen en verhalen. Bij het schrijven van een verhaal voor een boek ben ik op mijn fantasie aangewezen. Op mijn dikke duim. Nou, dat valt niet mee. Dertig jaar journalistiek zit zo diep in mij verankerd, dat ik het moeilijk vind uit mijn comfortzone te stappen.

Toch heeft het schrijven van verhalen mij veel gebracht. Het was interessant om samen met een uitgever, Godijn Publishing, te werken. De verhalen werden door drie redacteuren beoordeeld, van elke redactieronde leer je hoe je een verhaal nog sterker, beter kan maken. Die tips nam ik mee in mijn journalistieke werk. Ik ben ‘strakker’ gaan schrijven, probeer bijwoorden te vermijden als ze niet functioneel zijn, al moet een bijwoordje op z’n tijd kunnen. Ik let erop actief te schrijven en ben allergisch voor ‘wollige’ teksten.

Het schrijven van korte verhalen was een leuke en leerzame ervaring. Maar een heel boek? Poeh, dat is andere koek. Zoals ik al schreef, ligt mijn hart niet bij fictie. Non-fictie ligt dan meer voor de hand of het schrijven van een biografie. Het schijnt goed te zijn voor je naamsbekendheid om als journalist of tekstprofessional een boek op je cv te hebben, maar je moet wel tijd maken om dat boek te schrijven. Dat betekent dat je keuzes moet maken. Ik wil in deze fase van mijn leven niet al mijn schrijftijd in een boek te steken. Laat mij maar lekker teksten en journalistieke verhalen schrijven. Ik houd van reuring om mij heen.

Bovendien: er moet brood op de plank komen. Volgens Frank Noë, hoofdredacteur van Schrijven Magazine en Schrijven Onlinedroomt één miljoen mensen ervan ooit een boek te schrijven, maar een enkeling kan ervan leven. Als je niet Astrid Holleeder, Jet van Nieuwkerk of om mijn part Gordon heet, kom dan maar eens bovendrijven met je boek. Uit cijfers van de KVB Boekwerk Monitor blijkt dat de helft van de boekenomzet in 2017 afkomstig is uit de verkoop van 2 procent van alle beschikbare titels. Zie dan maar eens een bestseller te schrijven.

Ina, wat is jouw grote schrijversdroom?

Annemarie

Annemarie Gerbrandy, 1967, is journalist, tekstschrijver en blogger bij Klare Taal. Zij heeft veel ervaring in de agribusiness, maar draait haar hand ook niet om voor onderwerpen over duurzame energie, samenleving en leescultuur. Ze is getrouwd met Ton en heeft twee zoons in de puberleeftijd. Verschenen: ’25 Obsessies’ – Het geheim van mijn moeder, 23 x Zwart Licht – Horrorvlucht KZX-4457 en 19 x Soms Niet – Parallel.

Annemarie en Ina bloggen in Gerbrandy & Hollander over menige kwestie die hun intrigeert, emotioneert, frustreert, choqueert of charmeert.