Hoi Ina,
Ooit, toen ik nog een jong journalistje was, belde ik voor een interview aan bij een mooi huis in Schagen. Een wat oudere heer deed open. Hij hing mijn jas op en bood mij een kop thee aan. Ik ging zitten op een bank en pakte mijn kladblok uit de tas. Mijn gesprekspartner keek mij aan en vroeg: wanneer komt de echte journalist?
Daar heb ik nu geen last meer van. Mijn gesprekspartners zijn leeftijdsgenoten of iets ouder en ik kom steeds vaker leuke jonge mensen tegen. Hoewel ik werkzaam ben in een mannenwereld, heb ik vrijwel nooit het idee dat ik niet serieus wordt genomen. Ik heb de afgelopen 15 jaar veel kennis in de agrarische sector opgedaan en als het onderwerp een keer heel technisch of ingewikkeld is, zijn mensen altijd bereid het uit te leggen. Meestal voel ik mij op mijn gemak bij een gesprekspartner. Een enkele keer duurt het wat langer voor het ijs is gebroken.
Natuurlijk probeer ik een zo’n goed mogelijk interviewklimaat te scheppen. Een boer of tuinder wordt immers niet elke dag geïnterviewd, hoewel er ook ondernemers zijn, die regelmatig de media op bezoek krijgen. Het begint al tijdens het maken van een afspraak. Ik vraag mijn gesprekspartner of hij wil meewerken en vertel hem waar het verhaal over moet gaan en dat hij het artikel voor publicatie mag lezen. De meesten reageren dan positief.
Ik bereid mijn interviews altijd voor (lang leve internet!), maar het hangt van het onderwerp af of ik een gedegen vragenlijst maak of ruimte laat voor spontaniteit. Vooral bij bedrijfsreportages is het leuk om in te spelen op de actualiteit met een openingszin als: lopen de koeien al buiten, is het te nat/te droog, gaat u de eerste snede al maaien of wanneer worden de uien gerooid. Gebeurt er niets op het land, dan is ‘wat woont u hier mooi’ al een opening voor een gesprek. Als we beiden op ons gemak zijn, pak ik mijn kladblok.
Soms komt het voor dat het wat langer duurt voordat het ijs is gebroken. Dat mijn gesprekspartner eerst wil aftasten wat voor vlees hij in de kuip heeft. En terecht. Vaak helpt het al om te zeggen dat mijn man een melkveebedrijf heeft. Dat vinden bijna alle agrariërs, ongeacht de sector, leuk om te weten. Een enkele keer komt het ook voor dat mensen geen idee hebben wat mijn achtergrond is en bijvoorbeeld vertellen dat je een koe twee keer per dag moet melken. Ook dan grijp ik in en vertel ik dat ik boerin ben.
Ik merk dat steeds meer mensen mij gaan kennen. Ik heb inmiddels een enorm netwerk in de agrarische sector opgebouwd. Daarnaast heb ik in het verleden 10 jaar lang columns geschreven en de laatste jaren heb ik voor de rubriek Op de Koffie (inmiddels gestopt) reportages gemaakt, waarbij elke keer een fotootje van mijn gesprekspartner en mij werd geplaatst.
Laatst was ik met Ton naar een vergadering van FrieslandCampina. Een dame vertelde daar een interessant marketingverhaal en de gespreksleider wilde wel iets meer over het onderwerp weten. ‘Dat kunt u hier wel vertellen, er zijn hier toch geen mensen van de pers aanwezig’ zei hij. Aan het geroezemoes dat volgde, bleek dat een heel deel van de aanwezigen wel beter wist!
Lees ook: Opfriscursus Gentle Teaching: eindelijk echt verfrissend
Annemarie
Annemarie Gerbrandy, 1967, is journalist, tekstschrijver en blogger bij Klare Taal. Zij heeft veel ervaring in de agribusiness, maar draait haar hand ook niet om voor onderwerpen over duurzame energie, samenleving en leescultuur. Ze is getrouwd met Ton en heeft twee zoons in de puberleeftijd. Verschenen: ’25 Obsessies’ – Het geheim van mijn moeder.
Annemarie en Ina bloggen in Gerbrandy & Hollander over menige kwestie die hun intrigeert, emotioneert, frustreert, choqueert of charmeert.
You must be logged in to post a comment.