Huilen? Niet vaak. Maar wel bij het schrijven van dit blog…

Hoi Ina,

Sinds ik moeder ben, ben ik veranderd van een redelijk nuchtere Friezin in een emotionele muts. Bij het minste of geringste schieten mijn ogen vol. Echt huilen doe ik vooral als ik boos of verdrietig ben. Wanneer ik voor het laatst heb gehuild? Bij het schrijven van dit blog…

Deze week was ik er getuige van hoe een moedereend met 5 puberpullen de A9 probeerde over te steken. Ondanks de capriolen van de diverse automobilisten was dit een kansloze actie. Mijn moederhart brak. Ach eend, dacht ik met een snik. Hoe kun je dit je jongen aandoen! Bij het afscheid van weervrouw Helga van Leur, afgelopen vrijdag, pinkte ik ook een traantje weg. Helga was vrij emotioneel en dat sloeg over op mijn gemoed. Zien huilen, doet huilen, zullen we maar zeggen.

Ook bij een mooie of zielige film of musical houd ik het meestal niet droog. Ik leef helemaal mee met het leed of geluk van de hoofdpersoon. Dat is wel eens gênant, vooral als je in de bioscoop of het theater zit. Als Robert ten Brink op kerstavond met een bus vol verwachtingsvolle Nederlanders bij hun buitenlandse lovers langs gaat, heb ik steevast een zakdoek bij de hand. Zo onopvallend mogelijk probeer ik een opkomend traantje weg te poetsen. Mijn huisgenoten weten wel beter.

Maar echt huilen? Dat gebeurt nog maar weinig. Zeker niet op het werk, ik ben al jaren ZZP-er. In mijn beginjaren als journalist werkte ik op een tamelijk vrouwonvriendelijke redactie. Daar werd het bloed mij wel eens onder de nagels gehaald. Ik had mijn oer-emoties destijds minder goed in de hand, dus dat leidde soms tot flinke woede-uitbarstingen en de daarbij behorende huilbuien. Ik werd er overigens wel volwassener en weerbaarder van. Op mijn volgende werkplekken kwam het niet meer tot dit soort explosies: de werksfeer was in de regel goed en ik stond zelf ook steviger in mijn schoenen.

Ik denk dat ik recent vooral heb gehuild om de dood van een dierbaar iemand. Vorig jaar is mijn zwager veel te jong overleden aan de gevolgen van een melanoom. Dat was best heftig, hoewel we het al ruim een half jaar van tevoren zagen aankomen. Ik huil dan om mijn eigen verdriet, maar ook om dat van Ton en onze kinderen. Vier jaar geleden overleed mijn vader, na een kort ziekbed. Dat zag ik op het laatst wel aankomen, maar eigenlijk te laat.

Wat ik daarin bijvoorbeeld heel verdrietig vond, was dat onze jongste een poosje na het overlijden van mijn vader aan mij vertelde dat hij zijn opa graag nog een keer had bezocht. Terwijl ik dacht dat het beter voor de rust van mijn ouders was, om de kinderen tijdens die laatste weken niet meer mee te nemen. Misschien had mijn vader zijn kleinkinderen ook nog wel graag willen zien. Een verkeerde beslissing, die ik mijzelf nog steeds kwalijk neem.

Soms droom ik dat ik mijn vader tegenkom. Als ik dan wakker wordt, besef ik dat dat niet meer kan. Dat zijn emotionele momenten, waarop ik wel even moet huilen. Maar ik hield het ook niet droog tijdens het schrijven van dit blog…

Annemarie

Annemarie Gerbrandy, 1967, is journalist, tekstschrijver en blogger bij Klare Taal. Zij heeft veel ervaring in de agribusiness, maar draait haar hand ook niet om voor onderwerpen over duurzame energie, samenleving en leescultuur. Ze is getrouwd met Ton en heeft twee zoons in de puberleeftijd. Verschenen: ’25 Obsessies’ – Het geheim van mijn moeder.

Annemarie en Ina bloggen in Gerbrandy & Hollander over menige kwestie die hun intrigeert, emotioneert, frustreert, choqueert of charmeert.